'A Small History of Modernity'
Under the title ‘A Small History of Modernity’, Stijn Van Dorpe presents a number of new works that, each in their own way, affect the structured experience of the concrete physical and cultural space. The works were conceived independently, yet brought together these interrelated elements constitute the narrative of the exhibition. The title of the work, aside from fulfilling a descriptive function, doubles as one of the elements in the exhibition and creates, in this way, a conceptual framework. What is ultimately presented is a collection of loose parts: a title, the works, but also the parts of the works that, much like a ruin, create a structural formation. It is indeed among the parts remaining that the ruin conceives its histories. The structure established by the exhibition as well as the individual works functions in a similar way. Here also, the arena of the imagination exists in intermediate spaces, in the emptiness of unfilled zones. The openness of this arena not only engenders aesthetic satisfaction, but also formulates the condition for the critical potential of the exhibition. This forms the basis for a different approach, a new way of looking at, and thinking about, society and its past, both of which comprise the specific aforementioned building blocks.
NL
Onder de
titel 'A Small History of Modernity' brengt Stijn Van Dorpe enkele nieuwe
werken samen die elk op een eigen manier de ervaring van de concreet fysieke en
de cultureel gestructureerde ruimte anders doen beleven. De getoonde werken
zijn los van elkaar gemaakt maar vormen in onderlinge relatie het narratief van
de tentoonstelling. Meer dan zomaar illustrerend is de titel één van de
elementen van de tentoonstelling en voegt dus een denkkader toe. Wat je krijgt
zijn dus losse delen: een titel, de werken, maar ook de onderdelen van de
werken zelf die als bij een ruïne tegelijk een structuur uitzetten. Het is
namelijk tussen de resterende delen in dat de ruïne haar geschiedenissen
verbeeldt. De door de tentoonstelling en de werken afzonderlijk uitgezette
structuur fungeert op dezelfde manier. Het is ook hier dat de speelruimte voor
de verbeelding zich in de tussenplaatsen, in de leegte van de niet ingevulde
zones bevindt. De openheid van deze speelruimte leidt niet enkel tot esthetische
genoegdoening, ze is tevens ook de voorwaarde voor het kritisch potentieel van
de tentoonstelling. Het is van hieruit dat ook anders gedacht en gekeken kan
worden naar de maatschappij en haar verleden waarin de aangegeven bouwstenen
vervat zitten.
'Geachte Mevrouw Barbara Kruijsen…',
Een brief aan dr. Barbara Kruijsen, een brief van het Museum Valkhof
aan Stijn Van Dorpe,
'De Hervormde Kerk van Leur' by Pieter Caspar Christ (1822-1888),
olieverf op doek, 1843 (61 x 76 cm),
Stijn Van Dorpe 2013
'Witte Marmer' (glas, foto, verf), in samenwerking met Tomas Uyttendale
(fotograaf), Pieter de Vos, Ersin Safak, Merlijn Herremans, Aaron Fiers,
Yorick De Vreese, Gilles Cras,
Stijn Van Dorpe 2013
(Een productie van Expoplu, Nijmegen)
Driehoek (glas, inkt),
Stijn Van Dorpe 2013
photos © Tomas Uyttendaele
The object 'Driehoek (glas, inkt)' (Triangle (glass, ink)) resembles a setsquare such as we remember from our school days, except that it is made of glass instead of the usual Plexiglas. This object, normally used for exactness, here acquires – by virtue of the very material it is made of – both great vulnerability and aggressiveness. The triangle is very breakable and fragile, yet, with its unpolished sharp edges and ridges, it is also a veritable murder weapon. An associative relationship is established between these existing properties and the references they conjure up, and the tactility of painting – which in this exhibition occupies a prominent place.
NL
Het object 'Driehoek (glas, inkt)' ziet eruit als een tekendriehoek zoals we die kennen uit onze schooltijd, met dat verschil dat hij vervaardigd is uit glas i.p.v. het gebruikelijke plexiglas. Het voorwerp dat gebruikt wordt om exactheid na te streven krijgt hier, door het materiaal waaruit het vervaardigd is, tegelijk een grote kwetsbaarheid als agressiviteit. De driehoek is heel broos en breekbaar en met zijn scherpe ongepolijste randen en hoeken is hij een waar moordwapen. Deze reële eigenschappen en de verwijzingen die ze met zich meebrengen gaan een associatieve relatie aan met de tactiliteit van de schilderkunst die in deze tentoonstelling een prominente plaats inneemt.
Het werk 'Witte Marmer' is vervaardigd met een klas uit het 7de jaar
secundair beroepsonderwijs die de optie decoratie en restauratie schilderwerk
volgen. In dit overgangsjaar tussen school -en werksituatie leren de studenten
o.a. marmerimitaties schilderen. De studenten maakten in opdracht van de
kunstenaar elk een marmerschildering op een glazen paneeltje. De kunstenaar was
gefascineerd door zowel de discrepantie die deze marmerimitaties doen ontstaan
tussen drager en beeld als door de fragiliteit en onbestemdheid van de maatschappelijke
positie waarin de jongeren zich bevinden, tussen school en arbeidsmarkt in. Aan
de hand van een fotodocument en de in de ruimte verspreide minimale marmeren
paneeltjes wordt het spanningsveld tussen leven en kunst aangescherpt.
'Geachte Mevrouw Barbara Kruijsen…' is een geslaagde poging om een
werk uit de collectie van het museum Valkhof in de tentoonstelling 'A Small
History of Modernity' binnen te brengen. Met deze actie wil de kunstenaar een
brug slaan tussen het kunstenaarscollectief Expoplu en het museum Valkhof, dat
de grootste cultuurinstelling van Nijmegen is. Bovendien wil het vragen stellen
over het specifieke ideologische karakter van het kunstenaarsinitiatief Expoplu
en de fysieke eigenheid van haar expositieruimte. In een brief aan dr. Barbara
Kruisen, hoofd van de afdeling ‘Oude Kunst’, wordt de vraag tot bruikleen
gemotiveerd. Binnen de tentoonstelling gaat de picturale kwaliteit van het
werk, een vroeg 18de eeuws zicht op het naburig plaatsje Leur, een dialoog aan
met de marmerimitaties.
Bijzondere
aandacht is besteed aan de manier waarop de werken in de ruimte geplaatst zijn.
Door de precieze plaatsing ervan wordt telkens de afzonderlijke status van de
documenten die de werken vorm geven, bevestigd of bevraagd. Vanuit de interactie
tussen deze documenten onderling gaat een dynamiek uit die ze in een nieuw,
gelijkmakende perspectief doen oplichten.