12 September 2012

Going to the top of Africa (slide carousel, 64 slides) In cooperation with Euridice Kala



photography, Euridice Kala








This slide show contains documentary images of a trip organized by the artist of a group of school children from downtown Johannesburg to the upper level of the Carlton Centre Office Tower. This tower, which is built in the late 1960s, can be considered as a symbol of the South-African capitalist grow and is one of the highest buildings of the African continent. The slide show focuses on the human aspect of this event, and shows cheerful, surprised school children. As the slide carousel turns it pays equal attention to every image, presenting the slides in a horizontal movement. Maybe the trip destination is not visible right away, nor is the vertical trip to the top of the building, from which the city can be overlooked. 

This seemingly innocent series of images does not immediately index a work of art, nor does it seem to have political aspirations. Yet, on further reflection it becomes clear that the images are less trivial than they seem. The didactical character of the slide projector, the schoolish character of the trip, as well as the trip destination conceal hierarchical structures. The fact that the artist stages the trip turns the artist into an accomplice.

Although the artist remains off-screen, his leading role in this event feels uncomfortable for him as well as for the spectator.  In response to this the artist critically questions the ethical status of the contemporary art work, and its interwovenness with Western, dominant power structures.





De diareeks bevat documentaire beelden van tocht die ik had opgezet samen met een groep jonge schoolkinderen uit downtown Johannesburg, naar de bovenste verdieping van 'the Carlton Center Office Tower'. Deze toren, gebouwd in de late jaren zestig van de vorige eeuw kan gezien worden als het symbool van de Zuid-Afrikaanse kapitalistische groei en is één van de hoogste gebouwen van het Afrikaanse continent. De diareeks focust op het menselijke aspect van deze gebeurtenis, en toont vrolijke, verwonderde schoolkinderen. Ze toont zich in haar presentatie als een horizontale beweging, namelijk een diacarousel die rondjes draait, en evenveel aandacht besteedt aan elke dia. Wat misschien niet direct zichtbaar is, is de bestemming van de schooltocht, de verticale tocht naar de top van het gebouw, vanwaaruit de stad overzien kan worden.

Een schijnbaar onschuldige beeldenreeks die niet direct attendeert aan een kunstwerk, nog politieke aspiraties lijkt te bezitten, blijkt bij nader inzicht toch minder vrijblijvend te zijn dan het lijkt. Zowel in het didactisch karakter van de diaprojector, in het schools kader van de uitstap, als in de bestemming ervan gaan hiërarchische, bevestigende structuren schuil. Dat deze 'schoolreis' opgezet is, maakt ook dat de kunstenaar niet vrijuit gaat.

Hoewel de kunstenaar buiten beeld blijft, kan zijn aanwezigheid en leidende rol in deze gebeurtenis als ongemakkelijk aangevoeld worden, zowel voor hem zelf als voor de toeschouwer. Op een kritische manier bevraagt de kunstenaar hier de ethische status van het hedendaagse kunstwerk zelf, en zijn verwevenheid met westerse dominante machtsstructuren.